Ontwikkelingen geld- en kapitaalmarkt
Is de inflatie werkelijk onder controle en/of is er sprake van een stagnerende economie in de Eurozone?
Het antwoord op deze dubbele vraag houdt de Europees Centrale Bank de komende herfst en winter bezig.
Nadat in juni dit jaar de rente voor het eerst, na een 10-tal rentestappen omhoog tot 4,0%, is verlaagd met 0,25%, volgt/is gevolgd op 18 september met wederom een verlaging met 0,25% naar 3,5% voor de depositorente.
In Europa (Eurozone) zien we op dit moment een dalende trend richting de streefwaarde van 2,0% van de ECB, echter de kerninflatie blijft hardnekkig hoog, nipt onder de 3%. Bij diverse individuele lidstaten, onder andere Nederland, kwam het meest recente inflatiecijfer nog boven de 3,5% uit. Economen zijn hierdoor wel bevreesd of de Europese inflatie werkelijk beteugeld is, gezien ook de onzekerheid over onder andere de energieprijzen in het najaar en winter. Daartegenover lijken de zorgen over een stagnerende economie verder toe te nemen, wat de financiële markten onzeker maakt. Dit zou het wenselijk maken om de rente juist sneller te verlagen. De ECB voorziet voorlopig een licht oplopende groei van de economie in de nabije jaren. Zij zal van vergadering tot vergadering alle indicatoren opnieuw wegen en laat zich op voorhand niet vastleggen hoe en in welk tempo mogelijke rentaanpassingen aan de orde zijn! Op basis van marktverkenningen lijkt een verlaging van 0,25% per kwartaal de komende periode een mogelijk scenario.
Dit alles leidt er toe dat de kapitaalmarktrente de laatste tijd beweeglijk is, per saldo nu dalende is. Op moment van schrijven (13 september 2024) van deze paragraaf staat de actuele 10-jaars swaprente op 2,38%. (De 10-jaars swaprente is de algemeen gebruikte benchmark om het renteniveau van lange leningen te duiden.)
Voor het aantrekken van nieuwe financieringsmiddelen hebben wij te maken met de geldende rentepercentages in de markt. Om een voorspelling van de rente voor over ruim een jaar te doen blijft lastig. Wat vinden beleidsmakers uiteindelijk een neutrale rente ( niet stimuleren maar ook niet afremmen van de economie)? Een bandbreedte tussen +2,30% en +2,80% voor de 10-jaars swaprente voor het komende jaar lijkt een realistische aanname met de kennis van nu.
De depositorente van de ECB nu 3,50% ( Ook de basis voor onze kortlopende leningen). Op basis van marktverkenningen schatten wij voor 2025 een rente voor kortlopende leningen (<1 jaar) in met een bandbreedte van +3,50% tot +2,50%.
In de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing wordt er rekening mee gehouden dat de feitelijke rente anders kan verlopen. In de alinea (3.2.1.) over renterisicobeheer blijkt weliswaar dat de kosten van een eventuele rente stijging gedempt worden door een grotere spreiding van de leningenportefeuille dan de minimale spreiding die de wettelijk kaders voorschrijven. Echter, vanwege hiervoor geschetste onzekerheid houden wij het risico op een afwijkende renteontwikkeling anders dan begroot op hetzelfde niveau als bij de vorige MPB. Vanwege de verwachte omvang van de aan te trekken leningen is dit nu een top risico.
In de doorrekening van de begroting gaan wij uit van gemiddeld 3,5% voor leningen met een korte looptijd in 2025. Bij de rente voor nieuw aan te trekken lang lopende leningen gaan wij ook uit van gemiddeld 3,5% in 2025. In die prijzen van de nieuwe leningen houden we rekening met een zogenaamde liquiditeitstoeslag, die momenteel op het niveau van circa 0,4% bij een 10-jaars lening beweegt.
Wetgeving en de gevolgen
De Wet schatkistbankieren is ingesteld om medeoverheden te verplichten eventueel tijdelijk overtollige middelen te stallen bij het Rijk en niet buiten de overheid aan te houden.
Met betrekking tot deze Wet streven wij er naar in 2025 in principe geen geld onder te brengen in de Schatkist, echter de positie in rekening-courant saldi kunnen fluctueren en positief worden. Indien een positief saldo op de rekening-courant langer aanhoudt, kan het mogelijk interessant zijn om tijdelijk geld bij medeoverheden uit te zetten. In de Wet Schatkistbankieren is deze optie opgenomen omdat medeoverheden net zo veilig zijn als het Rijk, en het EMU-saldo ook positief beïnvloedt. Rentevergoedingen bij medeoverheden kunnen hoger uitvallen dan bij Rijksschatkist.
Om de nationale schuld en het Nederlandse begrotingstekort te beheersen, zijn er afspraken gemaakt tussen het Rijk en de gemeenten. Deze afspraken zijn in een wet vastgelegd, de zogenaamde Wet Hof (Houdbare overheidsfinanciën). In de komende septembercirculaire worden de nieuwe referentiewaarden opgenomen. Nu het (nationale) tekort weer oploopt is er weer iets meer aandacht voor. Als de tekorten overheidsbreed oplopen dan kan het kabinet aanvullende beperkingen opleggen aan decentrale overheden.
In de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) als onderdeel van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO) zijn beperkingen opgelegd. Er zijn onder andere ratingeisen voor de mogelijke tegenpartijen. Er geldt een wettelijke ondergrens van single A-rating. Wij hanteren in ons treasurystatuut voorlopig nog een ondergrens van AA-. (Met deze AA-rating komen alleen tegenpartijen in aanmerking die bijna van het allerhoogste kredietwaardigheidsniveau zijn.) Nu liquiditeitsopslagen bij leningen met langere looptijden zijn opgelopen, kunnen derivaten (theoretisch) interessant zijn. (de basisrente voor leningen met langere looptijden is nu namelijk nog lager dan voor leningen met korte looptijden). De beschikbaarheid aan banken die deze derivaten willen verstrekken zijn wel (zeer) beperkt. Uiteindelijk zullen wij bij een daadwerkelijke financieringsbehoefte bepalen wat de gewenste financieringsvorm is.
De administratieve organisatie van de treasuryfunctie is georganiseerd conform het door ons in 2014 vastgestelde Treasurystatuut. Naar verwachting zal het Treasurystatuut in deze raadsperiode worden geactualiseerd.