Inleiding
Apeldoorn groeit, verandert en veroudert. Om hierop in te spelen moet de gemeente investeren. Investeringen in gemeentelijke eigendommen leiden tot jaarlijkse kapitaallasten gekoppeld aan de verwachte gebruiksduur van het bezit. Deze termijnen zijn vastgelegd in de Financiële Verordening 2023 en variëren tussen de 3 en 60 jaar. Gezien de lange periode en omvang van de investeringsopgaven is het van belang om hier specifiek op in te zoomen. Dit biedt inzicht om eerder te gaan sturen en keuzes te maken in de verdeling van de investeringsruimte.
Voor nieuwe uitbreidingsinvesteringen ramen we investeringsruimte, die op basis van uitgewerkte projectvoorstellen leiden tot een kredietaanvraag waarvan de kapitaallasten gedekt worden uit deze gereserveerde investeringsruimte. Voor het in standhouden van onze activa ramen we vervangingsinvesteringen, die met het vaststellen van de MPB worden geautoriseerd.
Investeringen
De onderstaande grafiek geeft inzicht in de jaarlijkse investeringen in de komende vier jaar. Dit bestaat enerzijds uit de gereserveerde investeringsruimte, om onze ambities waar te gaan maken, die vervolgens beschikbaar wordt gesteld op basis van raadsvoorstellen. En aan de andere kant uit de reeds vastgestelde kredieten voor uitbreidings- en vervangingsinvesteringen. Ten opzichte van vorig jaar zijn de cijfers geactualiseerd. Dit wil zeggen: de te verwachte uitbreidings- en vervangingsinvesteringen zijn opnieuw gefaseerd en er is een jaarschijf toegevoegd voor de vervangingsinvesteringen. Inhoudelijke toevoegingen zijn expliciet opgenomen in deze MPB. De benodigde investeringsruimte is ook geactualiseerd.
Jaarlijks investeringsvolume
bedragen x € 1.000
Onder de vervangingsinvesteringen zijn onder andere de vervangingskredieten, zoals wegen, riolering en vervoersmiddelen opgenomen. De benodigde vervangingsinvesteringen lopen jaarlijks op vanwege de vervangingsgolf openbare ruimte in de naoorlogse wijken. Zoals in het strategisch assetmanagement plan (SAMP) en de MPB 2023-2026 is opgenomen, is de verwachting dat hiervoor in 2025 een bedrag van € 4 miljoen extra nodig is, oplopend tot € 6 miljoen jaarlijks vanaf 2027. Daarnaast is er een achterstand ten aanzien van de reguliere vervanging van wegen. De komende jaren wordt deze achterstand ingelopen. De hiervoor beschikbare kredieten uit voorgaande jaren zijn gefaseerd naar deze jaren. Daarnaast is € 8 miljoen uitgenomen uit het beschikbare krediet vervanging openbare ruimte van voorgaande jaren conform het voorkeursscenario Nieuw voor Oud.
Onder de toegekende uitbreidingsinvesteringen zijn de uitbreidingskredieten opgenomen die door de raad zijn vastgesteld. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de projecten ten behoeve van de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed en de groenprojecten in de binnenstad. Deze uitbreidingsinvesteringen zijn voor de komende 4 jaar circa € 97 miljoen. In de bovenstaande grafiek is af te lezen dat de toegekende uitbreidingsinvesteringen ieder jaar teruglopen. Gedurende de komende jaren zullen nieuwe uitbreidingsinvesteringen aan de raad worden voorgelegd. Deze worden veelal gedekt uit de eerder gereserveerde investeringsruimte. In het voorkeursscenario Nieuw voor Oud is het uitbreidingskrediet toekomstbestendige bedrijventerreinen (€ 4,9 miljoen) uitgenomen en verwerkt in deze reeks.
De investeringsruimte bestaat onder andere uit het Programma Stadmaken op de Veluwe, Stedelijke Mobiliteit, Klimaatstrategie en Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte.
In deze MPB wordt voorgesteld om ruim € 176 miljoen investeringsruimte toe te voegen, dit betreft:
- Uitvoeringsagenda klimaatadaptatie en natuur
- Turnhal
- Actieplan verkeersveiligheid
- De Stolp
- Renovatie sporthallen
- Programma Stadmaken op de Veluwe
- Twee spoortunnels in de ring
- Sprinklers in twee parkeergarages
- Vervolg van de verduurzaming 2.0
- Evenementenfonds
Deze inschatting is gebaseerd op netto-investeringsbedragen. Dit houdt in dat er rekening mee is gehouden dat aan een aantal van deze uitbreidingsinvesteringen door derden (zoals het Rijk, provincie en projectontwikkelaars) wordt bijgedragen. De ingeschatte € 323 miljoen (de investeringsruimte en nieuwe investeringsruimte MPB 2025-2028) is dus de eigen in te zetten middelen.
Aan de vervangingsinvesteringen en uitbreidingsinvesteringen (reeds vastgestelde investeringsprojecten) zal zonder tussenkomst van de raad uitvoering geven. Wanneer de nieuwe investeringen vanuit de investeringsruimte omgezet gaan worden in projecten, zullen deze projecten ter vaststelling aan de raad worden voorgelegd.
2029 en verder
Om de ambities zoals opgenomen in de omgevingsvisie te realiseren op gebied van energietransitie, woningbouw en mobiliteit, zijn er ook na 2028 investeringsmiddelen nodig. Omdat dit langlopende trajecten zijn en onderdeel van de langjarige visie, wordt er naar toegewerkt dat in deze paragraaf ook een langjarige doorkijk ten aanzien van investeringen wordt gegeven.
Op dit moment is nog niet voor alle beleidsterreinen een langjarige investeringsagenda beschikbaar. Voor de komende jaren is er een behoorlijke investeringsopgave voor de woningbouwopgave (onder andere BSK, Zuidrand en de dorpen), maar ook is de opgave voor de stedelijke mobiliteit, energietransitie en vervanging infrastructuur naoorlogse wijken groot. In de MPB 2026-2029 wordt teruggekomen op een langjarige investeringsagenda.
Daarnaast is er voor ook onderwijshuisvesting een opgave na deze MPB-periode. De projecten die in het IHP zijn opgenomen zijn noodzakelijk om te voldoen aan de wettelijke zorgplicht onderwijshuisvesting. Met het uitvoeringsplan in het IHP is een meerjarige afspraak met de schoolbesturen gemaakt over het huisvestingsprogramma. De gemeente heeft een zorgplicht voor goede en voldoende onderwijshuisvesting. In het IHP is alleen renovatie/vervangende nieuwbouw van bestaande schoolgebouwen opgenomen. Op basis het IHP en prijspeil 2024 wordt er in de periode 2029-2039 € 207 miljoen geïnvesteerd en € 10 miljoen aan boekwaarde afgeboekt. Dit betekent dat de kapitaallasten in de begroting als gevolg van deze investeringen ook in de jaren ná 2028 op zullen blijven lopen.
Aanvullend aan deze opgave zijn:
- de renovatie of vervanging van gymlokalen en sporthallen;
- de uitbreiding van onderwijshuisvesting als gevolg van nieuwe of uitbreiding van bestaande wijken;
- de ontwikkelingen die bij UDO spelen.
Deze opgaven zullen in de komende jaren nog nader, separaat uitgewerkt worden.
Kapitaallasten
Uit de investeringen vloeien kapitaallasten voort of anders gezegd: het structurele effect in de begroting als gevolg van de investeringen. Met een groei van het investeringsvolume gaan ook de kapitaallasten groeien, dit is opgenomen in de onderstaande grafiek.
Kapitaallasten
bedragen x € 1.000
Als eerste de kapitaallasten van bestaande eigendommen. Dit zijn de structurele lasten van de eigendommen die de gemeente in gebruik heeft. Deze lasten lopen de komende jaren terug van circa € 31,2 miljoen naar circa € 28,7 miljoen en dat biedt dekking voor onder meer de kapitaallasten van vervangingsinvesteringen. Deze kapitaallasten lopen terug omdat bestaande eigendommen volledig aan het einde van de levensduur zijn en daarmee geen kapitaallasten meer veroorzaken. Het komt vaak voor dat deze eigendommen dan vervangen moeten worden.
Vervolgens lopen de structurele lasten van de kredieten (vervangings- en uitbreidingsinvesteringen) de komende jaren op van circa € 4,6 miljoen naar circa € 12,9 miljoen.
Tenslotte de structurele gevolgen van de investeringsruimte in deze MPB (investeringsruimte en nieuwe investeringsruimte MPB 2025-2025). In deze MPB is hiervoor een stelpost opgenomen die in 2028 oploopt naar € 5,6 miljoen en is grotendeels gebaseerd op 50% van de kapitaallasten in 2028 van deze voorstellen. Dit heeft een aantal redenen. Als eerste leert de ervaring van de afgelopen jaren dat er regelmatig een onderbesteding van de kredieten is. Daarnaast wordt de voortgang ook bepaald door juridische complexiteit (o.a. stikstof) en beschikbare personele capaciteit. Middels portfoliomanagement wordt gezocht naar de optimale balans waarbij de werkzaamheden met elkaar gecombineerd worden. Daarnaast worden de werkzaamheden geprioriteerd. Op deze wijze kan de beperkte capaciteit doelgericht worden ingezet. Hierdoor zal de sturing op en voorspelbaarheid van investeringen verbeteren.
In de paragraaf weerstandsvermogen is het kengetal kapitaallastenratio opgenomen. De kapitaallastenratio zegt iets over de mate van flexibiliteit van de begroting. De kapitaallasten van investeringen drukken langjarig als last op de begroting, waardoor de flexibiliteit van de begroting afneemt. Er geldt geen wettelijke of andere norm voor deze ratio. Er is op dit moment geen zinvolle signaleringswaarde voor dit kengetal te bepalen op basis van literatuur of de praktijk van andere gemeenten. De informatiewaarde zit vooral in de ontwikkeling van de kapitaallastenratio over de tijd.
Risico’s
Kapitaallasten bestaan uit 2 componenten: rente en afschrijving.
Op dit moment is het rentepercentage van de kapitaallasten, net zoals vorig jaar, 1,3%. Wanneer de marktrente (verder) gaat stijgen zal dit op termijn ook effect hebben op het rentepercentage waarmee we de kapitaallasten berekenen. Wanneer dit percentage gaat stijgen zullen ook de kapitaallasten van alle investeringen (bestaande en nieuwe) stijgen en daarmee de structurele lasten in de begroting. Met een groter structureel beslag op de begroting zal ook de wendbaarheid van de begroting afnemen. Voor de beeldvorming: Wanneer het rentepercentage van de kapitaallasten met 1% stijgt, zullen de kapitaallasten per jaar tussen de € 6 en 8 miljoen toenemen.