Paragraaf

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Bij de jaarrekening 2023 hebben we gezien dat Apeldoorn er financieel gezien goed voorstaat. De kengetallen die hier uitdrukking aan geven waren positief. Dat geeft ruimte om invulling te geven aan de ambities die we als gemeente hebben voor de toekomst. In de begrotingen 2023 en 2024 zijn daar al stappen in gezet en in deze begroting gaan we daarmee door. Dit heeft als gevolg dat we financieel gezien scherper aan de wind gaan varen. Zo gaan we onze buffer – de Algemene Reserve – voor een deel inzetten om de plannen die in deze begroting staan beschreven, te realiseren. Om risico's en tegenvallers op te kunnen vangen, blijft uiteraard een bedrag in deze reserve beschikbaar. De minimale hoogte van dit bedrag is gerelateerd aan het gekwantificeerde risicobedrag via de weerstandsratio. We stellen bij deze begroting voor om de minimale weerstandsratio te verlagen van 1,7 naar 1,4. Daarmee hebben we nog steeds voldoende buffer en tegelijkertijd kunnen we meer plannen voor Apeldoorn realiseren. Deze paragraaf en onderstaande kengetallen geven inzicht in onze financiële positie.

De onderstaande figuur geeft uitleg over de belangrijkste financiële kengetallen die we als gemeente gebruiken om inzichtelijk te maken hoe we er financieel voor staan.

Bij de vaststelling van de Kadernota Reserves en Voorzieningen in mei 2023 is ook onderstaande normtabel vastgesteld. De tabel geeft een waardering aan de belangrijkste kengetallen die daaronder zijn uitgewerkt.

NORMEN

CATEGORIE A

CATEGORIE B

CATEGORIE C

Minst risicovol

Gemiddeld risicovol

Meest risicovol

Goed

Voldoende

Onvoldoende

1a

Netto schuld quote

< 90%

90% - 130%

> 130%

1b

Netto schuld quote excl. leningen

< 90%

90% - 130%

> 130%

2

Solvabiliteitsratio

>50%

20% - 50%

< 20%

3

Grondexploitatie

<20%

20% - 35%

> 35%

4

Structurele exploitatieruimte

>0%

0%

<0%

5

Belastingcapaciteit

<95%

95% - 105%

>105%

Onderstaande tabel bevat de berekende kengetallen die horen bij bovenstaande tabel, plus nog drie andere kengetallen. Voor de drie additionele kengetallen geldt dat voor de weerstandsratio bij deze MPB een bijgestelde norm wordt voorgesteld van 1,7 naar 1,4. De andere twee kengetallen kennen geen normering. Onder de tabel volgt verdere uitleg bij de verschillende kengetallen.

Indicator / kengetal

Peildatum / verwerkt in P&C-document

31-12-2023

1-9-2023

1-9-2024

Rekening 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Norm

1a

Netto schuld quote

48,67%

67,11%

64,26%

72,13%

75,92%

77,59%

<90%

1b

Netto schuld excl. leningen

44,23%

62,81%

60,62%

68,52%

72,45%

74,24%

<90%

2

Solvabiliteitsratio

33,35%

24,76%

27,81%

24,29%

22,36%

21,38%

>20%

3

Grondexploitatie

0,18%

0,60%

1,95%

3,47%

5,17%

6,52%

4

Structurele exploitatieruimte

1,97%

0,20%

0,46%

0,43%

0,24%

-1,63%

5

Belastingcapaciteit

90,36%

100,95%

98,49%

98,49%

98,49%

98,49%

6

Weerstandsratio

2,73

2,14

1,66

1,39

1,39

1,41

>1,4

7

Eigen vermogen incl. resultaat x miljoen

€ 257,63

€ 195,97

€ 218,76

€ 200,59

€ 192,00

€ 187,90

8

Kapitaallastenratio

3,62%

4,82%

4,86%

5,28%

5,70%

6,17%

Netto schuldquote
Voor een financieel gezonde situatie moet deze netto schuldquote lager zijn dan 90%. Bij de jaarrekening 2023 was deze hier ruim onder. Met deze begroting laat dit kengetal een stijgende trend zien. De gecorrigeerde schuldquote blijft beneden de 90% in de laatste jaarschijf. Met de besteding van een deel van de reserves (voor incidentele uitgaven/projecten) en voorliggende investeringen (ook voor grondbedrijf activiteiten) verwachten wij een oplopende schuldquote. Hiermee ontstaat een toename van ons bezit (vaste activa) in de komende begrotingsjaren. In de paragraaf Financiering gaan we hier uitvoeriger op in.

Solvabiliteit (eigen vermogen / totale passiva)
Onze solvabiliteit is met de jaarrekening 2023 op een prima niveau van ruim 33% uitgekomen. Met de bestedingen van reserves voor onze ambities en nieuwe investeringen in de komende jaren zal de verhouding tussen dat deel wat met eigen geld is betaald en het totale bezit lager worden. Wij verwachten met een doorkijk naar 2028 op 21,4% uit te komen. Van belang hierbij is dat voor een deel van de bedragen die in het AOF worden opgenomen, nog geen bestedingsvoorstellen zijn vastgesteld, waardoor deze toekomstige bestedingen nog niet zijn meegeteld in de berekening van dit kengetal. Bij de voorjaarsnota van 2025 zullen eventuele ontwikkelingen die op dit vlak hebben plaatsgevonden, betrokken worden bij het actualiseren van de solvabiliteit en de schuldquote.

Grondexploitatie
We nemen een iets actievere rol in met betrekking tot de grondexploitaties om Apeldoorn verder door te ontwikkelen en dat vertaalt zich in een toename van dit kengetal. De risico's die daarmee samenhangen zijn verwoord in het risico deel van deze paragraaf.

Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door de omvang van onze incidentele baten en lasten. Tot en met 2027 is de structurele exploitatieruimte positief. Vanaf 2028 wordt deze negatief, omdat vooralsnog de structurele lasten hoger zijn dan de structurele baten.

Belastingcapaciteit
Onze belastingcapaciteit is de verhouding tussen lokale woonlasten meerpersoonshuishoudens (peiljaar 2024) ten opzichte van de landelijk gemiddelde woonlasten (peiljaar 2024). Deze zijn gebaseerd op berekeningen van Coelo. In de berekening van Coelo zijn de woonlasten in Apeldoorn in 2024 € 979, terwijl de landelijk gemiddelde woonlasten op € 994 uitkomen. De gemiddelde woonlasten in Apeldoorn zijn daarmee iets lager dan het landelijk gemiddelde, wat resulteert in een belastingcapaciteit van 98,49%.

Weerstandsratio
Voor de berekening van de weerstandsratio wordt de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. Bij de jaarrekening 2023 was de financiële buffer van de gemeente ruim 2,7 keer zo groot als het berekende risicobedrag waar we tegen aan zouden kunnen lopen. In de Kadernota Reserves en Voorzieningen 2023-2026 is vastgesteld dat de weerstandsratio minimaal 1,7 moet zijn.

Wij stellen echter voor, zoals boven beargumenteerd, om bij deze begroting de minimale weerstandsratio te verlagen van 1,7 naar 1,4. Daarmee hebben we nog steeds voldoende buffer en tegelijkertijd kunnen we meer plannen voor Apeldoorn realiseren. De ambities uit deze begroting resulteren in een lagere beschikbare weerstandscapaciteit waardoor de weerstandsratio op ongeveer 1,4 uitkomt.

Eigen vermogen
Met de ambities die wij hebben, zal een deel van het eigen vermogen de komende jaren "geïnvesteerd" worden in de stad en daarmee afnemen richting  € 188 miljoen.

Kapitaallastenratio
De kapitaallastenratio wordt berekend door het totaal van rente- en afschrijvingslasten met betrekking tot investeringen af te zetten tegen de totale lasten (excl. stortingen aan reserves). De kapitaallastenratio zegt iets over de mate van flexibiliteit van de begroting. Investeringen drukken door de kapitaallasten als last op de begroting, waardoor de flexibiliteit van de begroting afneemt. Er geldt geen wettelijke of andere norm voor deze ratio. Er is op dit moment geen zinvolle signaleringswaarde voor dit kengetal te bepalen op basis van literatuur of de praktijk van andere gemeenten. De informatiewaarde zit vooral in de ontwikkeling van de kapitaallastenratio over de tijd.

Deze pagina is gebouwd op 10/31/2024 10:29:24 met de export van 10/29/2024 09:58:55